Compagnie te Voet
Ons verhaal
De Compagnie te Voet maakt deel uit van de vereniging MARS. Binnen MARS worden verschillende periodes uitgebeeld. In verschillende werkgroepen. De Compagnie te voet is onderdeel van de werkgroep tachtig jarige oorlog. Wij beelden het Staatse leger uit in de vroege 17e eeuw. De jonge Republiek der Nederlanden was onder militaire leiding van Prins Maurits, en later onder Prins Frederik Hendrik bezig zich onder het juk van het Spaanse gezag vandaan te vechten en haar zelfstandigheid te bestendigen.
Dit is een interessante periode omdat Nederland niet alleen midden in zijn onafhankelijkheidsstrijd zat, maar ook omdat door de vernieuwingsdrang van de Nassaus het Staatse leger het modernste leger van Europa was.
Het doel van de Compagnie te Voet is het zo goed mogelijk uitbeelden van een infanterie-eenheid uit dit Staatse leger. Dit doen wij door zo veel mogelijk aspecten van het dagelijks leven van een compagnie zo getrouw mogelijk en gedetailleerd na te doen. In materieel opzicht: kleding, gebruiksvoorwerpen wapens enzovoort maar ook in wat en hoe we doen. Daarin verwachten wij van alle leden inzet en betrokkenheid. Wij doen geen rollenspel, maar wij hebben wel een (democratisch gekozen) militaire structuur, onder de soldaten. Ook hebben we een militaire discipline die niet alleen zorgt dat alles op rolletjes loopt, maar ook sterk bijdraagt aan de beleving van hoe het is/was om een soldaat in de Tachtigjarige Oorlog te zijn.
In deze uitbeelding gaan wij zo veel mogelijk uit van het gebruikelijke en gangbare en proberen we uitzonderingen te vermijden. Dat wil zeggen dat we datgene zoeken wat destijds normaal was en niet wat eventueel mogelijk was. Zo hebben wij bijvoorbeeld geen vrouwen in “mannenrollen” en andersom.
Ondanks eventuele aanwijzingen dat zoiets wellicht ooit is voorgekomen prefereren wij de gangbare situatie als uitgangspunt te nemen. Dit betekent overigens niet dat er binnen de Compagnie te Voet niets te doen is voor vrouwen.
Naast het militaire gedeelte in de groep is er namelijk ook een burgergedeelte, het zogenaamde kampgevolg. Het Staatse leger was voor haar voorzieningen afhankelijk van allerlei burgerinitiatieven. Voedselvoorziening is een belangrijk aspect maar ons kampgevolg beheert bijvoorbeeld ook een functionele kroeg. Hier kun je als soldaat ’s avonds een biertje kopen en betalen met ons eigen zeventiende-eeuws geld!
Het zo goed mogelijk uitbeelden van deze periode gaat samen met veel onderzoek. Wij zijn dan ook constant bezig om de uitbeelding zoals hij nu is aan te scherpen en te verbeteren. Daarbij maken wij gebruik van vele bronnen. Schilderijen en tekeningen, opgravingen en museumstukken, maar ook geschreven bronnen. Wij hebben een groot aantal academisch geschoolde leden en, hoewel het geen vereiste is, zijn veel leden op allerlei vlakken op zoek naar nieuwe inzichten en verbeteringen. Dat kan zijn op het militaire vlak, want wij zijn primair een militaire groep, maar ook andere gebieden. Bijvoorbeeld het zoeken van muziek en liedteksten tot hoe je het beste een pijp aan kunt steken zonder aansteker!
Vaak blijkt namelijk dat het toetsen van de bronnen aan de werkelijkheid die wij (her)creëren, heel verhelderend werkt. Het is een bijzondere ervaring om te merken dat je moderne toevoegingen achterwege kunt laten als je snapt hoe het er aan toe ging in de zeventiende eeuw.
Op die manier werkt het af en toe een beetje als een tijdmachine, die je heel even een scherpe blik in het verleden geeft!