Het koken in een Staats legerkampement gebeurde, vanwege mogelijk brandgevaar, op een apart daarvoor aangewezen plek achter de rijen met soldatenonderkomens. Daar waren zogenaamde kookputten om een vuur te maken.
Dit koken gebeurde door soldaten zelf en door burgers die hun eten voor verkoop aan soldaten aanboden. Voor de luie soldaat was er dus gewoon keuze uit verschillende eettentjes! Als militair was je natuurlijk niet altijd gestationeerd in een legerkamp, er waren ook marsen of garnizoenssituaties: dan had je niet altijd evenveel geluk met de maaltijd.
Koken bij Compagnie te Voet
De Compagnie te Voet beeldt een legerkamp uit inclusief “soetelaers” oftewel kampgevolg.
Het koken op een open vuur vergt enige vaardigheden en gereedschappen die je in een moderne keuken niet meer aantreft. Zo is bijvoorbeeld het onderhouden van het vuur cruciaal. Het moet ruim van tevoren aangestoken worden zodat er veel gloeiende kolen zijn op het moment dat je wilt koken. Ook de pannen en roosters zijn gemaakt om te gebruiken op een open vuur. Er is genoeg bekend over het koken in de zeventiende eeuw. Gelukkig zijn er veel schilderijen met keukenscènes en opgravingen van originele potten en pannen: zo kookt de Compagnie te Voet onder andere in een replica van de pan die gevonden is op Nova Zembla, die is achtergelaten door Willem Barentz en zijn mannen.
Evengoed is het een hele onderneming om te koken op zijn zeventiende-eeuws. Want als je uitgerust bent met de juiste spullen volgt de vraag natuurlijk, wat moet je koken?
Kookboeken zijn voldoende te vinden maar de recepten daarin zijn vrijwel altijd feestmalen met dure ingrediënten. Andere aanwijzingen voor gerechten zijn bijvoorbeeld rantsoenlijsten met wat er uitgedeeld werd als soldaten op mars gingen. Op schilderijen vinden we uitstallingen van ingrediënten en er zijn traditionele recepten die hun oorsprong hebben in de zeventiende eeuw of eerder. Een hele puzzel, met hier en daar wat giswerk.
Het is van belang dat het goed smaakt natuurlijk, want de commerciële kampvolger is vooral gericht op winst. Soms gebeurt het dat je niet uitverkocht raakt. Dan is het zaak om de volgende keer iets anders te proberen. Het eten in de zeventiende eeuw wijkt soms erg af van wat wij tegenwoordig eten. Taart met haring en peer is bijvoorbeeld een combinatie die je tegenwoordig niet snel zult tegenkomen. Maar het blijkt verrassend lekker te zijn. De gerechten die het kampgevolg te koop aan biedt tijdens evenementen kunnen ter plekke worden gekookt, of thuis voorbereid zijn. De investering is voor het risico van de kampvolger, de winst is echter ook voor jezelf.