Een compagnie bestaat voor tweederde uit musketiers.
Musketiers zijn het belangrijkste wapen. Zij worden beschermd door het piekenblok, om vanaf daar de vijand te bestoken met hun vuur.
De vernieuwingen die het Staatse leger introduceerde waren onder meer een standaardisering van de kalibers. Het standaard Nederlandse lontslotmusket woog ongeveer 7 kilo en verschoot loden kogels die ruimschoots in de loop van ongeveer 19-20 millimeter pasten. Het musket werd gevoerd samen met een zogenaamd furket: een gevorkte stok waar de loop op rustte tijdens het vuren. Dit verhoogde de zuiverheid van het schot aanzienlijk.

De musketier draagt om zijn lijf een zogenaamd bandelier. Dit is een riem met daaraan acht tot veertien zogenaamde laadmaatjes (houten busjes met een van tevoren afgewogen hoeveelheid buskruit), een kruitfles en een zakje met kogels.  Anders dan een piekenier draagt de musketier alleen een helm en geen harnas.
Om een constante vuurdruk te kunnen leveren voerde het Staatse leger een nieuwe exercitie in, de zogenaamde contramars. De voorste man schiet en sluit vervolgens achteraan, om tijdens het marcheren zijn musket te herladen. Zo kon er, ondanks de relatief lange laadtijd van meer dan een minuut, achter elkaar door worden gevuurd. Deze contramars was een van de innovaties waarmee het Staatse leger zich onderscheidde als modern leger. In het staatse leger waren de commando’s gestandaardiseerd, deze zijn terug te vinden in het handboek  Wapenhandelinghe van Roers Musquetten ende Spiessen, van Jacob de Gheyn. Om de contramars goed uit te voeren moet er echter veel worden geoefend. Ook het hanteren van het musket vraagt veel oefening, vooral in verband met de veiligheid.

Het lontslotmusket valt onder de Nederlandse wapenwet:  er gelden dan ook strenge regels waaraan moet worden voldaan voor je kunt beginnen met schieten binnen onze compagnie.

Bezigheden van een musketier

Patrouille
Tijdens evenementen voor publiek is het de gewoonte om regelmatig op patrouille te gaan. Dit is dé gelegenheid om ons in volle glorie te tonen aan de bezoekers. Tijdens evenementen zonder publiek wordt er eveneens gepatrouilleerd, maar dit is vooral ter vergroting van de historische beleving.
Voorafgaand aan dit marcheren wordt het commando “omhangen” gegeven, waarbij je ongeveer tien minuten hebt om je voor te bereiden. Dat is voor een patrouille ruim voldoende tijd. Moet je echter omhangen voor een exercitie waarbij geschoten wordt moeten van tevoren de bandeliers worden voorbereid.

Exerceren
Het laden en vuren van het musket is een bezigheid die veel oefening vereist, vooral als het moet gebeuren tijdens het opmarcheren in de contramars. Dit dient vooral veilig te gebeuren. Er is hierop constant toezicht door de rotmeester en de sergeant.
Er wordt geëxerceerd door de musketiers en piekeniers samen, maar ook door de musketiers afzonderlijk. Na de exercitie of het gevecht is het voor de musketiers belangrijk om hun wapen te reinigen: dit in verband met de veiligheid (kruitresten) en verzorging van het wapen.

Wachtlopen
Bij de Compagnie te Voet wordt er ‘s nachts wacht gelopen door zowel piekeniers als musketiers. Dit houdt in dat je met z’n tweeën twee uur waakt over de compagnie, het kampement en de wapens. Het wachtlopen is goed voor de veiligheid maar natuurlijk ook een perfecte gelegenheid om elkaar goed te leren kennen. Hoewel iedereen er een hekel aan heeft draagt het wel bij aan de historische beleving. De sergeanten zijn om beurten wachtcommandant en stellen het wachtrooster op. Om zich ervan te verzekeren dat de mannen hun taak naar behoren uitvoeren controleren zij ’s nachts de wacht.

Werken
Binnen de Compagnie te Voet wordt er inzet verwacht van de manschappen. Naast de gebruikelijke inzet in de gelederen, tijdens het exerceren en in het gevecht is er vaak genoeg werk te doen. Soms zijn er evenementen waarbij graafwerk moet worden verricht en anders is er bijna altijd wel een klusje in de keuken of de kroeg dat moet worden gedaan.

Wapen reinigen
Nadat er is geschoten wacht de musketier nog een vaste taak, namelijk het reinigen van het musket. Dit dient elke keer te gebeuren nadat er geschoten is. Tijdens het schieten hopen zich namelijk kruitresten op in de loop, wat uiteindelijk tot een gevaarlijke situatie kan leiden. De kruitresten die achterblijven in het musket zijn bovendien licht corrosief en tasten het wapen aan.
Het schoonmaken gebeurt met heet water om de kruitresten op te lossen en weg te spoelen. Vervolgens wordt het musket geolied om roestvorming te voorkomen. Tot slot dient het wapen gecontroleerd te worden door de rotmeester of de sergeant.

Niets
Soms heb je als musketier vrije tijd. Dan kun je bijvoorbeeld een wandelingetje maken (altijd eerst afmelden bij de sergeant of luitenant). Je kunt iets eten, een pijpje roken, een spelletje spelen met je maten, je vervelen of een beetje slaap inhalen in je onderkomen.